De dag dat het onmogelijke toch mogelijk werd… Terug naar het nieuwsoverzicht Gert-Jan de Vos fietste op 6 september naar de top van de Mont Ventoux. Met zijn team Bergstrijders heeft hij zich op deze manier ingezet voor “Groot verzet tegen kanker”. Wij hebben Gert-Jan gevolgd bij zijn voorbereiding en weten welke geweldige inspanning hij heeft moeten leveren om de top te halen. Zijn doel. We zijn trots, maar bovenal onder de indruk. Alle Bergstrijders: Gefeliciteerd! Lees hier het indringende verhaal van Gert-Jan zelf: De dag dat het onmogelijke toch mogelijk werd… Vrijdag 6 september 2019, 8:00 uur. Het begint nu wel erg dichtbij te komen. Ik ga straks samen met Esther Nijboer een poging doen om op de racefiets de Mont Ventoux te bedwingen. Die grote pukkel, die je steeds weer ziet, waar je hier ook bent. Als we om 9:00 uur aankomen op het plein in Sault, staan daar al enkele honderden andere fietsers ongeduldig te wachten. Hier zal straks het startschot klinken, waarna op weg kunnen gaan om onze missie te volbrengen: dat éne steentje bijdragen aan de onderzoeken, die zo verschrikkelijk nodig zijn om die kanker de wereld uit te helpen. De top van de Mont Ventoux halen, dat gaan we doen vandaag. Daar gaan we… Om 9:30 uur, na een minuut stilte, klinkt dan eindelijk dat het startschot voor de klim van 25,56 km. De eerste 800 meter gaan wat naar beneden. De zon schijnt en het is rustig weer. Ik besef me dat ik eigenlijk niet weet wat me straks allemaal te wachten staat. Er zijn zoveel verhalen, uiteenlopend van ‘het valt wel mee’ tot van ‘waar begin je aan, want het is ongelooflijk zwaar’. De eerste bochten in de klim gaan goed. De grote groep fietsers wordt langzaam uit elkaar getrokken omdat er semiprofs, amateurfietsers en hobbyfietsers meedoen. Wij zijn hobbyfietsers die het aandurven om 25 km te klimmen met een stijgingspercentage van minimaal 6 % en in de laatste 6 kilometer stijgt het percentage naar 12%. Het gaat lekker. We vinden samen een goed tempo en kunnen redelijk bij elkaar blijven. Wanneer we het bos ingaan merken we dat het gaat waaien. Wuivende bomen in plaats van zwaaiend publiek. Hoe hoger we komen hoe meer wind. Gaan de verwachte weersvoorspellingen uitkomen? De Mistral wordt verwacht met windsnelheden van meer dan 45 km/h. Er was voor vertrek meegedeeld dat bij teveel wind de berg zou worden afgesloten. Ik hoop dat dit niet gaat gebeuren, anders zijn we voor niets aan dit avontuur begonnen. Ieder voor zich… Na zo’n 20 km komen we aan bij Chalet Renard. Een prachtig punt. Hier is de boomgrens en dat zie je. Ineens is daar “de kale berg”, die steeds kaler wordt hoe hoger je komt. We nemen rust en laten ons verwennen door de catering van de organisatie, Groot verzet tegen kanker. Maar dan moeten we toch echt weer verder. Esther en ik spreken af dat het ons doel is om boven te komen, ieder in zijn eigen tempo en we wachten dus niet op elkaar. Al gauw sta ik er alleen voor. Esther heeft duidelijk meer tempo en energie en ik fiets alleen. Het wordt zwaar, de mistral doet zijn werk en waait snoeihard over die berg. Het wordt koud en als ik om me heen kijk realiseer ik me dat ik alleen ben. Geen fietsers meer voor of achter me te zien. Geen supporters langs de route. Ik voel me eenzaam en de pijn neemt toe. Mijn spieren verslappen meter voor meter en het enige waar ik nog aan kan denken is dat ik boven moet zien te komen. Bij elke haarspeldbocht verdwijnt de top uit beeld en bij de volgende komt hij weer terug. Steeds iets dichterbij, dat wel, maar hoe ver nog? Ik kom vooruit, maar het gaat langzaam. Daardoor slinger ik soms iets en zo’n kilometer onder de top raak ik de kant en ik val. Daar sta je dan…. Alleen. Op een helling van 10% moet je dan weer proberen op de fiets te stappen en weer op gang zien te komen. Ik klik mijn linkervoet in het pedaal en probeer weg te fietsen. Na anderhalve meter val ik weer om. Het lukt het me van de pijn niet om ook de rechtervoet in het pedaal te klikken. Ik besluit om te gaan lopen, op dat moment mijn enige optie. Na de volgende bocht zie ik onze begeleiding’s bus en Corine loopt naar mij toe. Ze duwt me lopend naar de bus. Daar krijg ik de kans om gebruik te maken van de reservefiets, een mountainbike met elektrische aandrijving. Ik ben eigenwijs en ik weiger. Ik moet en zal boven komen op de racefiets. Over de grens… Ik krijg hulp bij het in klikken en ze duwen mij de eerste 50 meter op gang. Ik ben nu voor de laatste bocht en ben er dus bijna. Maar het lukt me echt niet meer. Ik ben kapot. Onze bus rijdt voorbij en Corine springt er weer uit en begint mij te duwen. Maar zij heeft een dag eerder de berg lopend beklommen en heeft geen energie meer. Ze roept om hulp en een ander gaat me duwen, maar ik red het niet. Inmiddels is Esther, de kanjer, al gefinisht. Gelukkig, in ieder geval één die het vandaag heeft gehaald. Dan staat ineens het medisch team om me heen. De pijn wordt onverdraaglijk en mijn spieren zitten helemaal vast, kramp schiet in de benen. Nadat ik weer wat ben opgelapt roep ik alleen maar dat ik verder wil. Drie mannen beginnen mij te duwen, op 50 meter voor de laatste bocht. 12% omhoog en ik ga kapot. Ik kijk alleen maar naar de weg onder mij en voel niets meer. Door die bocht nog zo’n 50 meter te gaan en daar zie ik Esther staan. Zij neemt het duwen over en we komen zo alsnog samen de streep over. Ik ben boven, ben over de finish gegaan en ben tot het uiterste gegaan. Van de laatste meters weet ik niets meer. Ik weet niet dat ik de finish gepasseerd ben en dat iemand mij een medaille heeft omgehangen. Het medisch team vangt mij op en na een uur begin ik me pas te realiseren dat ik het heb gehaald. Samen met Esther is het mij gelukt! Maar laten we vooral niet vergeten dat een dag eerder Corine Vasterd en Ilonka Bosman diezelfde berg hebben bedwongen, maar dan lopend. Ook zij verdienen alle lof en applaus. Waanzin… Ben ik te ver gegaan? Ja, ik ben te ver gegaan. Ik ben uitgeput. Mijn lijf doet zeer. Ik kon niet meer normaal denken, mijn gevoel was weg en mijn benen waren en zijn op. Ik heb nog nooit zoveel pijn gehad. Maar ik heb al zoveel verloren, deze strijd wilde ik niet verliezen. Ik wilde dit doen voor al die mensen die kans hebben op genezing en voor al die mensen die recht hebben op kwaliteit van leven. Dank… Ik wil iedereen die de tijd heeft genomen om mij en de Bergstrijders te volgen, alle sponsoren, iedereen die een donatie heeft gedaan, het hele team van Move2be en iedereen die mij op wat voor wijze dan ook naar die top heeft gebracht en al die mensen die ik vergeet, uit de grond van mijn hart bedanken. In het bijzonder bedank ik Harald Guttink en Tessa Eisen van Move2be, die mij tot de laatste dag hebben geholpen in mijn voorbereidingen en mijn team Bergstrijders waarmee ik dit avontuur mee ben in gegaan: Ilonka Bosman, Ruud en Priscilla Pleeging, mijn fietsmaatje Esther Nijboer en natuurlijk mijn vrouw Corine Vasterd. En nu… Ik ben moe en moet overdag veel rusten. Ik kan nog niet autorijden of fietsen, mijn benen zijn nog te zwak. Ik hoop volgende week weer wat te gaan doen. Even op de loopband bij Move2be en langzamerhand weer herstellen. Elke dag realiseer ik meer wat ik heb gedaan. Ik heb geen seconde spijt gehad en ben ook blij dat ik zoveel mooie mensen heb mogen ontmoeten op de berg. We zijn als team een uitdaging aangegaan en we hebben allemaal die top gehaald, mede dankzij onze teamleden die ons begeleidden op de berg. We hebben veel geld bijeen gehaald en hebben zo een steentje kunnen bijdragen om kanker te bestrijden. Het is het waard geweest Ik heb voor mijzelf het onmogelijke mogelijk gemaakt…